C.S. Lewis - Het neefje van de tovenaar

Het neefje van de tovenaar is het eerste verhaal, uit een reeks van zeven, van de Kronieken van Narnia geschreven door C.S. Lewis in 1955.

Buurkinderen Polly en Digory reizen aan de hand van magische ringen naar onbekende wereld. Die magische ringen zijn van Digory zijn oom Andreas - die beweert een tovenaar te zijn, maar zelf was hij te bang om de ringen te gebruiken.

Eerst komen Polly en Digory terecht in de verlaten wereld van Charn. Ze maken kennis met Jadis, de vrouw die verantwoordelijk is voor de dood van het land. Daarna proberen ze terug te keren en te ontsnappen naar Londen, maar ze nemen Jadis per ongeluk mee. Om Jadis terug naar haar eigen wereld te brengen gebruiken ze opnieuw de ringen. Ze komen echter terecht in Narnia in plaats van in Charn. In Narnia maken ze kennis met Aslan, de schepper van Narnia.


Ik vond dit eerste verhaal ontzettend vlot en leuk lezen. Je merkt naar mijn gevoel niet dat het verhaal al 61 jaar oud is! Als je net als ik enkel de (eerste) film gezien hebt, maakt dit boek veel duidelijk. Het is werkelijk het begin van alles.

C.S. Lewis slaagt erin om alles mooi te beschrijven waardoor ik het mij volledig kon visueel kon inbeelden. Het verhaal las ontzettend vlot, waardoor ik de vervolgverhalen zeer binnenkort zal lezen.

★★★★

Uitgeverij Kok
Aantal pagina's: 160